Irene Kersten’s loopbaan is opmerkelijk en aan de andere kant ook weer niet. Irene begon haar carrière als politieagente, een intense en boeiende baan. Langzaamaan begreep ze dat politieagenten net als de mensen rondom slachtoffers moeite hebben met het verwerken van trauma’s en onverwachte gebeurtenissen. Er is geen plaats voor in de maatschappij. Irene wil hier iets aan doen. Ze wil betrokkenen, en dan vooral jongeren, de ruimte geven om emoties toe te laten.
Jongeren moeten volgens Irene een plek krijgen om emoties te laten zien en aandacht te geven. Haar programma heet ‘Delen is helen’. Hierin geeft ze jongeren de ruimte om zelf te vertellen en zelf vorm en inhoud te geven aan de emoties. We gaan in gesprek met de inspirerende Irene.
Jongeren verbinden
Irene werkte zo’n 25 jaar als politieagente. Ze begon de laatste jaren van haar dienst andere politiemensen te ondersteunen na impactvolle gebeurtenissen. Ze bood sociale steun waarvoor ze positieve feedback van haar collega’s ontving. Haar werk loonde. Al die jaren bij de politie heeft Irene zelf heel wat meegemaakt en voorbij zien komen. Dat neem je mee. Dat helpt haar ook bij het inleven en in gesprek kunnen gaan met anderen.
Irene zag dat ook jongeren die in aanraking kwamen met gelijkaardige gebeurtenissen vaak ontredderd zijn en ieders steun goed kunnen gebruiken. Nu werkt ze volledig als zelfstandige rondom rouw en verlies en daarin heeft ze haar roeping gevonden. In gesprek gaan met jongeren doe je niet aan de hand van de vragen: “Hoe voel je je?” of “Hoe is het?”. Die zijn te ingewikkeld. Daarop kunnen jongeren geen antwoord geven. Irene pakt het anders aan. Ze vraagt aan adolescenten hoe zij het nieuws vernomen hebben. Daaruit kan ze vaak heel wat opmaken: hebben de jongeren ondersteuning van naasten of staan ze er helemaal alleen voor. Vaak spreekt Irene de jongeren ook niet alleen, maar in een groep. Dat zorgt voor verbinding. Veel jongeren beseffen zich zo dat ze niet de enigen zijn die zich zo voelen en dat ze er niet alleen voor staan.
Ontwikkeling door te delen
Het antwoord op de vraag gesteld door Mike Brouwers, de gast van vorige keer was: “Wat is er veranderd in de afgelopen 100 jaar”. Volgens Irene is er veel veranderd en tegelijkertijd ook niet. In haar vakgebied, traumaverwerking, is vooral de afgelopen 40 jaar veel veranderd. Ze vertelt dat door de jaren heen een aspect terug komt: het mogen praten over je trauma. We gaan er te veel vanuit dat jongeren na een tijd wel helen. Dat is echter niet zo van zelfsprekend.
Jongeren die een trauma of onverwachte gebeurtenis meemaken, lopen als het ware met een rode vlag op hun hoofd. Iedereen weet wat er gebeurt is. Het belangrijkste op dat moment is sociale steun. Het er nog steeds bij mogen horen en dat gevoel ook krijgen van leeftijdsgenoten, vrienden en familie. We mogen iemand niet alleen op een eilandje van verdriet laten zitten. Sociale steun is dan hoognodig en dat komt samen met het creëren van een veilige ruimte. Dat is de basis van Irene’s levenswerk.
Het fysieke aspect van trauma’s
Irene legt uit dat je niet mag verwachten een trauma compleet te verwerken. Je draagt het voor altijd mee. Een trauma slaat zich op in je brein en je lichaam. Zeker vroeg kinderlijk trauma kan impact hebben op de ontwikkeling van de hersenen. Zo heeft iedereen vier armen nodig om hem of haar te dragen als kind en verder in het leven, duidt Irene. Die armen geven je het gevoel dat je er mag zijn, welke emoties je ook ervaart.
Heel wat mensen hebben die vier stevige armen niet gekend. Het gebrek daar aan kan het pad in de hersenen op een bepaalde manier omleggen. Dat wil zeggen dat je brein omweggetjes dient te maken in bepaalde situaties, waar dat voor anderen niet nodig is. Als je je als kind niet veilig voelt, durf je je niet te uiten en te ontwikkelen. Dat kan impact hebben op je hersenen en lichaam. Laat staan dat je in zo’n situatie een goede wiskunde toets kan maken.
Soms kan het dat trauma’s niet in de hersenen aanwezig zijn maar enkel in het lichaam. Een lichamelijke uiting geven kan helpen. Denk aan yoga of dans. Dankzij bewegingen kan de impact die de gebeurtenissen hadden een weg vinden uit het lichaam. Het best doe je dat aan de hand van een lichamelijk activiteit die je graag doet. Wandelen, hardlopen, eens goed schreeuwen, het kan allemaal. We moeten ook dat normaliseren. Het zijn normale reacties op abnormale gebeurtenissen. Die kan je nooit genoeg normaliseren.
Symboliek en spirualiteit
Irene legt uit dat ze gesprekken leidt maar de jongeren slaan hun eigen weg in. Is dat aan de hand van beweging, praten of symbolen, alles is mogelijk. Vaak komen groepen zelf met symbolische rituelen, zoals het in het midden leggen van een voetbal of het maken van een herdenkingsmonument. Het is mooi wanneer symbolen van jongeren zelf komen, op die manier heeft het meer betekenis voor hun.
Irene is een ruimtegever. Ze geeft jongeren de ruimte om zelf het gesprek in handen te nemen. Ze is er voor hen en de jongeren doen het uiteindelijk zelf. Irene wil graag de jongeren in de kijker zetten want zij zijn het die hun eigen gesprek uiteindelijk in handen nemen. Het is aan ons en de maatschappij om hen een veilige ruimte te geven om dat te doen.
Een negerende maatschappij
Hoewel we weten dat praten helpt, doen we dat toch vaak niet. Volgens Irene is dat omdat we moeite hebben om met ongemakkelijke gesprekken om te gaan. Bovendien raken dergelijke gesprekken ook altijd iets bij jezelf. Om die reden nemen we vaak niet genoeg tijd om een veilige plek te creëren. We zijn bang om ons te bemoeien. Kleine dingen zoals blijven vragen om een bakje thee te drinken kan een veilige plaats doen ontstaan waar jongeren hun hart kunnen luchten en over emoties kunnen praten.
Irene raadt aan om kinderen al op jonge leeftijd te leren omgaan met emoties. Kringgesprekken in de basisschool hoeven niet alleen over leuke dingen te gaan. Je kan ook minder leuke gebeurtenissen aankaarten zonder ze te problematiseren. Dat kan onder het motto: ‘Als je moet huilen, moet je huilen.’
Trauma’s een plaats geven kunnen we als maatschappij alleen maar samen door te luisteren en er te zijn. We doen dat door elkaar te laten voelen dat je dit alleen hoeft te doen. Samen creëren we ruimte in onze maatschappij voor onverwachte gebeurtenissen en de emoties die daar bijhoren.
Rijk de hand
Irene geeft nog een laatste tip mee: kijk op een andere manier naar jongeren, rijk ze de hand. Laat ze niet allen op de zolder kamer zitten. Blijf op allerlei manieren uitreiken: gebruik lieve appjes, blijf ze benaderen om contact te hebben. Stop niet na de eerste of de tweede afwijzing. Blijf jongeren zien en heb oog voor de ingewikkelde wereld waar ze inzitten.
De vraag voor de volgende gast van SelfQuest
Irene’s vraag is: “Hebben we het als maatschappij ervoor over om jongeren de hand te reiken? Wat zijn jouw ideeën daarover?” Een mooie vraag om eens goed over na te denken.
SelfQuest is een zoektocht naar persoonlijk leiderschap en verschijnt iedere twee weken als podcast en interview op deze webiste. De podcast die met Irene is opgenomen die is hier te beluisteren.
Comments